Preventie en welzijn passen niet in een dossier
Nog niet zolang geleden en naar aanleiding van het jaarlijks op te maken jaarverslag van de interne preventiedienst (IDPBW) plande ik hiervoor bij een van mijn klanten een werkbezoek in. Verrast keek ik naar het mailtje dat ik van die klant terugkreeg. Daarin stond te lezen “OK… maar we gaan het dossier veiligheid doorgeven aan nieuwe medewerker XY …”.
Het is een misvatting dat Preventie en Welzijn puur een ‘dossier’ is dat je van de ene op de andere dag zomaar doorgeeft aan een nieuwe medewerker.
Ondertussen zit ik terug op één lijn met mijn klant op dit vlak. Het was een boeiend gesprek. In deze inspiratieblog lees je alvast een stuk van mijn argumentatie die veel verhelderde voor de CEO.
Het is een misvatting dat Preventie en Welzijn puur een ‘dossier’ is dat je van de ene op de andere dag zomaar doorgeeft aan een nieuwe medewerker.
Ondertussen zit ik terug op één lijn met mijn klant op dit vlak. Het was een boeiend gesprek. In deze inspiratieblog lees je alvast een stuk van mijn argumentatie die veel verhelderde voor de CEO.
Wettelijke vereisten voor preventie en welzijn
Aan de ene kant moet je je als bedrijf wettelijk in orde stellen met de vereisten vanuit de Welzijnswet.
De wetgever wil in eerste instantie een goede bescherming bekomen van de werknemers waarbij je mag veronderstellen dat Preventie en Welzijn ernstig genomen wordt. Om dit voor een groot deel te borgen, bestaat de rol van de Interne Preventieadviseur.
Deze rol mag voor bedrijven met minder dan 20 medewerkers opgenomen worden door de werkgever zelf. Voor bedrijven met meer dan 20 werknemers moet er iemand van de payroll aangeduid worden als Interne Preventieadviseur.
In het Identificatiedocument met betrekking tot de interne preventiedienst is aangegeven hoeveel werktijd die persoon aan de preventiewerking mag besteden, welke preventiegebieden hij afdekt en welke taken hij allemaal vervult.
De wetgever wil in eerste instantie een goede bescherming bekomen van de werknemers waarbij je mag veronderstellen dat Preventie en Welzijn ernstig genomen wordt. Om dit voor een groot deel te borgen, bestaat de rol van de Interne Preventieadviseur.
Deze rol mag voor bedrijven met minder dan 20 medewerkers opgenomen worden door de werkgever zelf. Voor bedrijven met meer dan 20 werknemers moet er iemand van de payroll aangeduid worden als Interne Preventieadviseur.
In het Identificatiedocument met betrekking tot de interne preventiedienst is aangegeven hoeveel werktijd die persoon aan de preventiewerking mag besteden, welke preventiegebieden hij afdekt en welke taken hij allemaal vervult.
Een veiligheids- en welzijnscultuur ontwikkelen
Aan de andere kant zit er zoveel meer in Preventie en Welzijn dan het behalen van het wettelijk ‘Olympisch’ minimum. Ultimo bestaat het doel erin om binnen een bedrijf een Veiligheids-en Welzijnscultuur te realiseren waarbij alle werknemers in het bedrijf van hoog tot laag en ongeacht de hiërarchische plaats hierbij betrokken worden.
Werknemers moeten de kans krijgen om gedetecteerde risico’s te signaleren, oplossingen aan te reiken en mee te werken aan het uitrollen van die oplossingen. Tevens dient de bedrijfscultuur van dien aard te zijn dat iedere medewerker ongeacht rang of stand een andere medewerker kan en moet aanspreken in geval van onveilig gedrag of een gevaarlijke situatie.
Een voorbeeld hiervan is het dragen van PBMs (Persoonlijke Beschermingsmiddelen). Wanneer iemand bv zijn veiligheidsschoenen of veiligheidsbril niet draagt daar waar het voorgeschreven is, zelfs als is het iemand van de Hiërachische lijn, dan moet gelijk wie die persoon hierover kunnen aanspreken. Dit zonder dat die persoon moet vrezen voor represailles.
Werknemers moeten de kans krijgen om gedetecteerde risico’s te signaleren, oplossingen aan te reiken en mee te werken aan het uitrollen van die oplossingen. Tevens dient de bedrijfscultuur van dien aard te zijn dat iedere medewerker ongeacht rang of stand een andere medewerker kan en moet aanspreken in geval van onveilig gedrag of een gevaarlijke situatie.
Een voorbeeld hiervan is het dragen van PBMs (Persoonlijke Beschermingsmiddelen). Wanneer iemand bv zijn veiligheidsschoenen of veiligheidsbril niet draagt daar waar het voorgeschreven is, zelfs als is het iemand van de Hiërachische lijn, dan moet gelijk wie die persoon hierover kunnen aanspreken. Dit zonder dat die persoon moet vrezen voor represailles.
De rol van de werkgever in de veiligheids- en welzijnscultuur
Het realiseren van dergelijke veiligheidscultuur is onmogelijk als je als werkgever (en bij uitbreiding de hiërarchische lijn) Preventie en Welzijn louter als een af te handelen en door te geven dossier beschouwt.
Meer inspiratie
Vraag ons webinar rond risk management aan en leer wat dit inhoudt en waar je best rekening mee houdt in uw organisatie.
|
Neem ook eens een kijkje hoe wij te werk gaan bij het ondersteunen van bedrijven in het opzetten van een kwaliteitsmanagementsysteem!
|
Daarnaast kan u ook inspiratie opdoen via onze blogs. De blogs behandelen actuele thema's en geven inzicht in diverse topics
|